Zekerheid voor consumptief krediet

Het doel van het vestigen van zekerheidsrechten is om het kredietrisico van de kredietgever te beperken. Dit omvat persoonlijke en zakelijke zekerheden.

Persoonlijke garanties:

een pandrecht waarmee de kredietgever bij wanbetaling alsnog een of meer personen aansprakelijk kan stellen. Kan worden onderverdeeld in:

Zakelijk onderpand:

het recht om, indien betaling uitblijft, de in beslag genomen zaak als onderpand te verkopen en terug te vorderen van de opbrengst. Is beperkt tot credits onder de WCK:

pandrechten Hypotheekrecht
geldschieter pandhouder Hypotheekhouder
lener pandgever hypotheekgever

Zowel de pandhouder als de hypotheekhouder hebben recht op executie.

Belofte van vuisten

De zaak in kwestie moet worden voorgelegd aan de pandhouder. Als de geldschieter in de kluis zit, blijft de hypotheekgever eigenaar. Opgemaakt bij onderhandse of notariële akte. In geval van wanbetaling kan de hypotheekhouder het onroerend goed onderhands of openbaar verkopen.

Artikel 18: Het saldo van de spaarrekening (inclusief effecten) wordt automatisch verpand in rood staan ​​op de rekening-courant. Nadeel is dat de hypotheekgever de mogelijkheid verliest om van de zaak gebruik te maken (de automaat is bezwaard). Dus geen vuisten als optie.

Een vuistloze belofte

Het toegezegde blijft in de macht van de pandgever. Schriftelijk via een notaris, onderhands via de belastingdienst (datum staat vast; er wordt gezegd dat de akte op die dag bestond; goedkoper). Stil pandrecht: bij een naamclaim wordt de bank niet geïnformeerd, alleen als de kredietnemer in gebreke blijft, wordt de bank geïnformeerd over het pandrecht. Toekomstige vorderingen kunnen ook worden verpand. De kredietverstrekker noemt zichzelf vaak de 1e begunstigde.

Hypotheekrecht

Zakelijk recht om een ​​vordering te innen met voorrang op opbrengsten uit registergoederen. Openbare registers met:

Het hypotheekrecht op registergoed blijft bestaan ​​totdat de hypotheekgever het verkoopt of de hypotheek afloopt. Dit zijn aanvullende rechten (afhankelijke rechten), kunnen niet zelfstandig bestaan ​​en zijn gekoppeld aan de vordering. Is vastgesteld bij notariële akte. Lender = hypotheekhouder of houder: dat wil zeggen, krijgt het hypotheekrecht. Activiteiten:

goor

Een kopie van een speciale hypotheekakte, een uitvoerbaar document dat verhindering van onroerend goed mogelijk maakt zonder tussenkomst van de rechtbank.

Kies een bestelling:

Het wordt vastgesteld na het moment van inschrijving in het hypotheekregister. Het hypotheekrecht eindigt formeel met de doorhaling van de inschrijving. De notaris maakt de akte van opzegging op.

Nogmaals: pandrechten zijn van toepassing op niet-geregistreerde goederen (roerende goederen (kunst of auto), geregistreerde vorderingen (voorraden) en rechten aan toonder (effecten)), hypotheken worden gebruikt om geregistreerde goederen zoals huizen of schepen in deze vorm te financieren. van :

Scheepshypotheek: inschrijving op een geregistreerd schip. De eigenaar wordt bepaald aan de hand van het kenteken. Niet zo goede dekking vanwege mogelijke snelle slijtage, onderhoud, fraude, schipbreuk, andere claims of reparatie. Burgerlijke aansprakelijkheid en uitgebreide verzekering zijn verplicht. Zonder registratie kan het vaartuig alleen worden verpand (geen vuisten).

Verkeerde effecten:

in plaats van een direct regresrecht, maar een betere positie als geldschieter, zoals eigendomsvoorbehoud, wat vooral belangrijk is bij huurkooptransacties met drie partijen. De verkoper blijft de juridische eigenaar totdat de koper de koopprijs volledig heeft betaald. Economische eigenaar. Gebeurt alleen met goederenkrediet (ongeacht fin.maatsch. beveiligd krediet en blijft eigenaar tot volledige betaling). Alleen gebruiksrecht, uitgebreide verzekering is vaak verplicht voor de huurkoper.

In een bilateraal contract zijn de leverancier en de financier dezelfde partij.

Zekerheid bij overbruggingskrediet: Afgelost uit de netto-opbrengst van de oude woning. Maximaal tot 100% van de vervreemdingswaarde. Morele uitspraken: