Welk onderpand vraagt ​​de bank?

Wanneer een bank financiering verstrekt, zal zij het risico zoveel mogelijk proberen te beperken. Uiteindelijk blijft de bank achter met een onbetaalde financiering als de ondernemer de aflossingen en rente niet meer kan dekken. Door onderpand te vragen wordt het risico teruggebracht tot een acceptabel niveau om financiering veilig te stellen. Welke zekerheden mag een bank van een ondernemer verlangen?

Artikelclassificatie

Zakelijke financiering veiligstellen

Bij de beoordeling van een financieringsaanvraag let de bank doorgaans op vijf hoofdpunten.

De eerste vier punten hebben vooral betrekking op de levensvatbaarheid van de onderneming. Voor een ondernemer gaat het om sterke en zwakke punten en de situatie in de privésfeer. Het bedrijf zorgt voor de ontwikkelingen in de branche en de kansen en bedreigingen die zich hier voordoen. Winstgevendheid heeft betrekking op de winstgevendheid van het bedrijf en solvabiliteit verwijst naar de mate waarin een buffer beschikbaar is om storingen op te vangen. Als al deze pijlers voldoende of goed zijn, is de kans groter dat de bank de financiering ondersteunt omdat ze te maken heeft met een goede ondernemer/onderneming. Maar hoe goed deze pijlers ook zijn, er zijn altijd risico’s in het bedrijfsleven. Als een bank financiering verstrekt, neemt ze automatisch een risico. Als de ondernemer de lening niet meer kan terugbetalen, zal de bank verliezen moeten dragen. Om dit risico zoveel mogelijk te beperken, is ook de pijler “Veiligheid” van belang voor de bank. Onderpand is het bedrag dat de bank kan terugbetalen als de ondernemer niet meer aan de verplichtingen van de bank kan voldoen (rente en aflossing). Op deze manier kan de bank een deel of alle uitstaande bankschuld recupereren door een beroep te doen op het onderpand.

Er zijn verschillende soorten zekerheden die als volgt kunnen worden ingedeeld:

Primair onderpand

Primaire effecten zijn de sterkste effecten voor banken, omdat deze effecten hoog gewaardeerd kunnen worden vanwege de stabiliteit van de waarde van deze effecten. De bank kan de exacte waarde koppelen aan de primaire zekerheid, die meestal ook na de executie wordt gerealiseerd. De meest voorkomende voorbeelden van primair onderpand zijn:

Hypotheekregistratie

Registratie van een hypotheek op een woning of bedrijfspand is een sterke zekerheid voor de bank. Vastgoedwaarden zijn redelijk stabiel ondanks de daling van de huizenprijzen tijdens de financiële crisis. De bank neemt een bepaald percentage van de waarde van het huis als onderpand, bijvoorbeeld 80%. De bank gaat er dan vanuit dat als het onroerend goed verkocht moet worden (als de ondernemer niet aan de verplichtingen kan voldoen), de woning minimaal 80% van de waarde opbrengt. De rente is niet 100% omdat bij zo’n verkoop de woning vaak te koop staat omdat de bank de woning snel wil verkopen. Bij een executieverkoop is de opbrengst meestal lager dan de werkelijke waarde. De opbrengst wordt vervolgens gebruikt om de financiering terug te betalen. Wanneer een ondernemer een bedrijfsfinanciering heeft afgesloten en een eigen huis heeft van € 400.000 met een hypotheek van € 250.000, heeft hij € 150.000 aan eigen vermogen. Zo krijgt de bank 80% van de waarde van de woning (80% van 400.000 euro is 320.000 euro). De extra zekerheid voor de bank is dus 70.000 euro (320.000 euro -/- 250.000 euro). Hiervoor moet de bank een hypotheekregistratie voor de woning vaststellen van minimaal 320.000 euro. De zekerheidsrente die de bank hanteert, kan sterk variëren. De leeftijd, ligging en bestemming van de woning (landbouw, horeca, etc.) kunnen hierop van invloed zijn.

Borg voorzien

Met een garantstelling staat de ondernemer (of een derde) garant voor de financiering van de onderneming. Dit betekent dat als de ondernemer niet aan de verplichtingen kan voldoen, de bank op de deur van het depot kan kloppen. De garant hoeft niet altijd een ondernemer te zijn. Het kan voorkomen dat ouders, familie of vrienden in willen staan ​​voor de ondernemer. De bank kan slechts een kleine waarde aan de garantie toekennen. Als het deposito geen specifieke zekerheden kan bieden, zal de bank moeten afwachten of ze het geld terug kan krijgen. Daarom verdient het de voorkeur om de borgstelling te beveiligen met een zekerheid, bij voorkeur primaire zekerheid. Als de ouders garant willen staan ​​voor de ondernemer en overwaarde in hun woning hebben, kan de bank een extra hypotheek op het ouderlijk huis nemen om waarde uit de garantie te halen.

Staatsgarantie

Als de bank de ondernemer voldoende vertrouwt, maar niet voldoende zekerheden kan krijgen, kan de bank zich beroepen op de staatsgarantie. De staatsgarantie is in het leven geroepen door de overheid, waarmee de staat onder bepaalde voorwaarden de financiering aan de ondernemer garandeert. Er kan ook een bepaalde waarde aan worden gekoppeld en gezien de goede debiteur (land) beschouwt de bank dit als primair onderpand.

Belofte van besparingen

In sommige gevallen heeft een ondernemer veel spaargeld, maar kan hij dit niet gebruiken om zijn bedrijf te financieren. Dit is bijvoorbeeld het geval wanneer spaargeld niet vrij kan worden opgenomen (zoals bijvoorbeeld het geval is bij een termijndeposito). In dat geval kan de bank ervoor kiezen het spaargeld te verpanden. Aangezien spaargelden over het algemeen hun waarde behouden, is dit de primaire zekerheid van de bank.

Secundair onderpand

Secundair onderpand is onderpand waaraan de bank enige waarde kan ontlenen, maar waarvan de waarde onzeker is en aanzienlijk lager kan zijn dan de werkelijke waarde van het onderpand. De meest voorkomende voorbeelden van secundair onderpand zijn:

Debiteuren verpanden

Wanneer de debiteuren worden geëxecuteerd, verkrijgt de bank het pandrecht. Een pandrecht is te vergelijken met een hypotheekregistratie. Als de ondernemer niet aan zijn verplichtingen kan voldoen, kan de bank zich beroepen op het pandrecht. Bij executie van de debiteuren neemt de bank de openstaande vorderingen van de debiteuren over. Het uiteindelijke rendement voor de bank is onduidelijk. Er kunnen debiteuren zijn die niet kunnen of willen betalen. In de praktijk blijkt dat de bank slechts ongeveer 25% van de uitstaande vordering van de debiteur ontvangt wanneer de zekerheid wordt gevorderd.

Verpanding van vaste activa

Naast debiteuren kunnen ook andere activa zoals machines, inventaris en voertuigen worden verpand. Het principe is hetzelfde. Als de ondernemer niet aan zijn verplichtingen kan voldoen, kan de bank zich beroepen op het pandrecht en de activa verkopen of laten verkopen. Vaak gebeurt dit via een koper die alle activa overneemt voor een bepaald bedrag (vaak veel minder dan de boekwaarde van de activa). Zo hoeft de bank niet als verkoper op te treden en heeft ze direct het geld om de openstaande schuld van de ondernemer (gedeeltelijk) af te lossen. Wanneer u als ondernemer afspreekt om activa te verpanden met een lening, houd er dan rekening mee dat banken doorgaans niet alleen het recht hebben om vlottende activa te verpanden met een pandakte, maar ook het recht om in de toekomst te kopen activa te verpanden. Als een auto wordt gekocht na financiering uit eigen middelen en de bank heeft een pandrecht op het voertuig, dan wordt deze auto automatisch een bankpand.

Extra beveiliging

Onderpand is onderpand waaraan de bank geen bepaalde waarde kan ontlenen. Deze zekerheden dienen de bank meer als een soort verplichting dan als een bepaald bedrag. Voorbeelden van aanvullende zekerheden zijn:

Overlijdensrisicoverzekering onderpand

De bank kan een bestaande of nieuwe overlijdensrisicoverzekering verpanden. Als de ondernemer overlijdt, kan de opbrengst van de verzekeringsuitkering worden gebruikt om de bankschuld af te lossen. Als de ondernemer echter blijft leven, keert de verzekeraar natuurlijk niet uit. Vanwege de onzekerheid kan de bank geen waarde uit dit onderpand halen.

Aandelenoverzicht/Niet-dividendoverzicht

Voor de bank is het van belang dat de onderneming over voldoende aandelenkapitaal beschikt. Met eigen vermogen kan falen worden opgevangen. De bank kan een vermogensopstelling opvragen, waarin de ondernemer verklaart dat het vermogen niet onder een bepaald niveau komt. Als dit gebeurt, kan de bank actie ondernemen. Met een vermogensopgave voorkomt de bank dat de ondernemer alle beschikbare reserves zomaar aan particulieren uitkeert in de vorm van dividend.

Geen verandering van eigendom

Vaak is het bedrijf erg afhankelijk van de directeur. De bank kan besluiten een clausule op te nemen dat de vennootschap gedurende de looptijd van de financiering niet van bestuurder mag wisselen.

Beëindiging van de huurovereenkomst

Opzegging van de huurovereenkomst kan van toepassing zijn indien de woning van de ondernemer aan derden wordt verhuurd. Als de bank deze zekerheid wil afdwingen, heeft ze te maken met een huurder die bepaalde rechten heeft. Ook is het pand dat wordt verhuurd meestal kleiner. Met de huurbeëindigingsakte wordt de huurovereenkomst beëindigd op het moment dat de bank de woning wil verkopen.

Ongedekte borg

De bank kan geen specifieke waarde toekennen aan een ongedekte garantie. Deze garantie heeft vooral betrekking op de verplichtingen van de ondernemer jegens de bank. Met een garantie heeft de bank meer vertrouwen dat de ondernemer het bedrijf niet zomaar liquideert en de bank met schulden achterlaat. In ieder geval kan de ondernemer aansprakelijk worden gesteld voor de openstaande bankschuld met een garantie.€