Wat is het verschil tussen contant geld en geld?
Geld is er in vele vormen en vormen. De belangrijkste verschillen kunnen worden onderscheiden tussen “valutageld”, “boekgeld” en “kasreserves”. Wat is contant geld en contant geld en waarom is het belangrijk dat de werkelijke waarde lager is dan de nominale waarde?
Contant en niet-contant geld
- Wat is het verschil tussen contant geld en geld?
- Nominale en reële waarde van valuta
- Hyperinflatie
- Kasreserves
- Vertrouw de banken
Wat is het verschil tussen contant geld en geld?
Het specifieke verschil tussen contant en niet-contant geld is dat contant geld in handen van een burger kan worden gehouden, maar niet-contant geld niet. Girogeld is geld dat digitaal op een bankrekening staat en gebruikt kan worden voor online betalingen. U kunt contant geld altijd omwisselen voor contant geld door geld op te nemen of af te halen aan de kassa. Valuta is al het geld dat bestaat uit:
- munten zoals 10 eurocent, 1 euro en 10 euromunten;
- maar ook papiergeld, bijvoorbeeld van 5 euro tot 500 euro biljet.
Natuurlijk hebben geldscheppende instellingen ook papiergeld, maar dat maakt in principe geen deel uit van de munteenheid. Het geld valt dan onder de noemer “monetaire reserves in contanten”. Het echte geld is dus in handen van burgers, burgers, bedrijven en ondernemingen.
Nominale en reële waarde van valuta
In het verleden was het gebruikelijk dat de waarde van geld daadwerkelijk werd weergegeven door het materiaal. Vandaag is het niet meer. De werkelijke waarde van een valuta verwijst naar de materiële waarde. Daarnaast is er ook de nominale waarde van de valuta en het is de waarde die op het geld staat. Meestal is de werkelijke waarde vele malen lager dan de nominale waarde van de valuta. Dit betekent dat de samenleving, bewoners en instellingen erop vertrouwen dat goederen van een dergelijke waarde ook met een biljet van 50 euro gekocht kunnen worden.
Hyperinflatie
Door hyperinflatie kan de intrinsieke waarde van een valuta de nominale waarde overschrijden. Daarom dwingt hyperinflatie banken om voorzieningen te treffen. Dat was in de jaren twintig ook in Duitsland het geval. Maar het bleek dat zodra de burger geld van de banken had gehaald, de inflatie het papiergeld al waardeloos had gemaakt. Stapels en stapels papiergeld werden destijds gebruikt als kladpapier of toiletpapier. Mensen die al een huis hadden gekocht en volledig hadden afbetaald, hadden geluk. In die tijd hadden echter veel mensen pech en vervielen ze in extreme armoede doordat de verhouding intrinsieke tot nominale waarde sterk verslechterde.
Kasreserves
Banken worden gedwongen kasreserves op te bouwen om niet-contante activa te dekken. Het is geen valuta en wordt niet gebruikt om betalingen te doen. Ze worden ook wel bankreserves genoemd. Stel je voor dat een inbreker een bankkluis leeg zou kunnen maken, dan verandert de staat van dat geld fundamenteel. Eerst als kasreserve in ‘cash’, waarna het geld op straat belandt. Met andere woorden, de hacker kan geld uitgeven. Dit betekent dat het geld dat van de bank is gestolen in feite valuta is geworden.
Vertrouw de banken
We instrueren de banken om verstandig met ons gespaarde geld om te gaan. Daarom is het belangrijk dat we als samenleving kunnen vertrouwen op banken. Het vertrouwen van de burger en de consument is het belangrijkste uitgangspunt. Daarom moeten banken ervoor zorgen dat de bankreserves altijd voldoende zijn om deposito’s te dekken. Dan weten de burgers dat sparen nooit in gevaar mag komen. Om deze veiligheid bij de banken te vergroten, heeft De Nederlandse Bank ook een “depositogarantiestelsel” ingevoerd, waarbij het door elke inwoner gespaarde bedrag tot € 100.000 wordt gegarandeerd bij elke in Nederland geregistreerde bank.
Lees verder
€