Soorten consumentenleningen
Consumptief krediet (of consumptief krediet) is kredietverlening aan particuliere huishoudens voor particuliere doeleinden. Ze zijn onder te verdelen naar het soort onderpand (geld- en goederenkrediet) en naar het soort aflossing (aflopend, doorlopend en vast krediet). Aan de andere kant is er productief krediet, wat staat voor kredietverlening aan bedrijven. Laten we vervolgens eens kijken naar consumentenkrediet per type aflossing.
Geldigheidsduur krediet:
Hier is de vaste looptijd en het effectieve leningbetalingspercentage (ECV) bij afsluiting.
Per onderwerp bekijken we de eigenschappen:
- Leningbedrag: Een vermindering van het contante krediet (het bedrag dat beschikbaar is voor de lener) heeft een andere betekenis dan een vermindering van het krediet op handelsgoederen (gelijk aan de aankoopprijs minus de aanbetaling).
- Looptijd: De periode tussen de eerste en de laatste termijn, meestal in maanden.
- Borgsom: terugbetaling + leenvergoeding (rente). Lijfrenteschema: Aan het begin van de looptijd is er meer rente over het premiebedrag dan aan het einde. Conversiefactoren: Hoeveel bedraagt de aanbetaling voor een bepaald leenbedrag en een bepaalde looptijd.
- Openstaand saldo (bruto): leenbedrag plus totale leenvergoeding minus reeds betaalde termijnen.
- Contractbedrag (totale prijs): Vermenigvuldiging van het maandelijkse termijnbedrag met het aantal termijnen.
- Betaaltermijn: De periode tussen 2 opeenvolgende betaalmomenten, meestal een maand. De betaling zelf wordt dan een maandelijkse betaling genoemd.
- Kredietvergoeding: Totale rente (rente) binnen het contract. Voor kleine leenbedragen geldt een hoger tarief vanwege de kostencomponent.
Uitgestelde storting: In de eerste periode(n) wordt geen storting gedaan.
Verlopen lening met laatste looptijd: combinatie van vaste lening met afnemend krediet. De vaste lening wordt gedurende de looptijd niet afgelost.
Persoonlijke lening:
looptijd vaak van 6 tot 72 maanden met leningen meestal van € 2500 tot € 25000. Vooral voor de aankoop van duurzame minus goederen, meestal leeg krediet. Meestal neemt de geldschieter het risico van overlijden op zich. De eis is dat deze wordt terugbetaald voordat de klant 70 of 75 wordt.
Doorlopend krediet:
geld opnemen, dingen of diensten kopen tot een bepaalde limiet. Het bedrag van de maandelijkse bijdrage, meestal 2-3% van de limiet of het openstaande saldo, bestaat uit de hoofdsom en de leenvergoeding. Er is een minimale betalingsverplichting, extra aflossen is toegestaan. In tegenstelling tot kredietvermindering zijn er geen administratiekosten. De kredietverstrekker neemt meestal het risico van overlijden op zich. Limieten variëren van € 1.000 tot € 25.000 en meer.
We zullen een aantal opmerkelijke werken bekijken:
- Maximale duur: Beperkt door leeftijd vanwege risico op overlijden.
- Theoretische termijn: de termijn waarin aan alle verplichtingen is voldaan. Deze periode wordt verlengd door extra aflossingen, tariefwijzigingen en daaropvolgende opnames.
- Gefaseerde Uitbetalingsregeling: Vanaf een bepaalde leeftijd, zeg 60, zodat het openstaande saldo op de einddatum volledig is betaald.
- Vast doorlopend krediet: Aanbetaling uitgedrukt als een percentage van de limiet.
- Variabele doorlopende lening: variabel termijnbedrag als percentage van het uitstaande saldo, maar minimaal termijnbedrag.
- Openstaand saldo: de totale schuldpositie aan het begin van de huidige looptijd plus de leenvergoeding voor de huidige looptijd. Bij een openstaand saldo van 0 blijft de kredietlijn behouden, soms kan deze zelfs positief zijn (spaargeld).
- Opnamebeperkingen:
- * lock-in standaard: Soms wil de kredietverstrekker niet dat het saldo altijd in de buurt van de limiet is. De kredietverstrekker moet dan eerst tot een bepaalde limiet betalen voordat hij weer mag opnemen. Dit bedrag wordt uitgedrukt in meerdere stortingsbedragen (lock-in standaard of opnamelimiet standaard).
- * permanente opnamelimiet: de kredietnemer mag helemaal niet opnemen, bijvoorbeeld als de financiële situatie verslechtert of de terugbetaling twijfelachtig is. De vorm verandert in een kredietvermindering.
Rentevrije periode: in de eerste jaren wordt alleen rente betaald.
Creditcard lening:
een kredietlijn om het onbetaalde saldo van een creditcard in termijnen terug te betalen. Daarnaast geld opnemen. Bij gebruik van een bankcreditcard treedt de bank op als kredietverstrekker. De kredietlimiet wordt verrekend met de kaartuitgever. Bij samenwerking met een niet-financiële instelling vereist de kaartmaatschappij de autorisatie van de kaartgebruiker van haar betaalrekening. Zekerheid is hier niet relevant.
rood staan:
standaardproducten zoals salarislening, effectenlening en overbruggingslening. De maximale kredietlimiet is afhankelijk van het formulier. De terugbetaling van de lening en de betaling van de leningscompensatie zijn gescheiden. Er is geen specifiek aflossingsschema, maar het moet op bepaalde momenten een positief saldo vertonen. De variabele kredietvergoeding wordt per dag berekend. Als de limiet wordt overschreden, treedt er een vertraging op.
Standaard formulieren:
- Salaris lening: rood op betaalrekening. Een regelmatige voeding is de basis. Krediet is eenmaal per kwartaal vereist.
- effecten lening: voorschot op effecten. De kredietlimiet is een percentage van de waarde van de effecten (voorschotrente). Als de marktwaarde te ver daalt en de limiet wordt overschreden, moet het saldo van de effecten worden verlaagd of de waarde van het onderpand worden verhoogd. De kredietlimiet kan ook worden verlaagd.
- overbruggingskrediet: krediet als de oude woning nog niet is verkocht terwijl de nieuwe al is gekocht of in aanbouw is. Meestal rekening-courant krediet voor maximaal een jaar met hypothecaire zekerheid.
- Consumptief krediet voor studenten: een voorschot op toekomstig inkomen, extra zekerheid met garantie of een gezamenlijke schuldverklaring van de ouders. In de vorm van een studentenrekening, inclusief een basisbeurs, ouderbijdrage en aanvullende financiering.
Vaste leningen:
vervolgopnames zijn niet mogelijk. Er zijn geen periodieke aflossingen, maar eenmalige aflossingen op de eindvervaldag (niet-aflossende lening). Alleen leenvergoeding van het totale leenbedrag. Looptijd van 5 tot 30 jaar, waarbij de rente vaak niet voor de hele looptijd vast staat, maar bijvoorbeeld voor 1, 5 of 7 jaar. Extra zekerheid in een hypotheekrecht of polispand.
Hypotheekleningen voor huisvesting
: gebruik van eigen vermogen als krediet voor consumptiedoeleinden. Het maximale leenbedrag is afhankelijk van de leningbehoefte, de verhouding tussen inkomsten en uitgaven en de waarde van het eigen vermogen. Het maximum is doorgaans 125% van de executiewaarde van de woning.
Scheepshypotheek
: financiering van de boot met een lening, daarom wordt het gekochte vaartuig ook als onderpand voor de hypotheek gelegd. Het werkt via een notaris, waarbij u kunt kiezen voor een vaste lening, DK (doorlopend krediet) of PL (aflopend krediet).
Lening voor levensverzekeringen
:
- Verzekerd krediet: op de einddatum wordt afgelost met de opbrengst van de gerelateerde cumulatieve verzekering. Meestal via een hybride verzekering waarbij de kredietverstrekker zichzelf als eerste begunstigde benoemt. Soms is een verwante verzekering een beleggingsverzekering (beleggingskrediet). Dienstverleners zijn banken en financiële bedrijven.
- Beleidsleningen: Monetisatie van de poliswaarde (voorschot van rente op toekomstige uitkeringen). Het is niet mogelijk om af te rekenen. Alleen mogelijk bij afkoopwaarde (betaalde premies + rentebaten – administratiekosten – overlijdensrisicokosten). Het is een vaste lening: de lener neemt het bedrag in één keer op. Volgens de leningsovereenkomst heeft de onderneming het recht om haar vordering op de kredietnemer te verrekenen op het moment van betaling.
€
€