Recht op vergoeding: wie krijgt de waardestijging van de woning

Wettelijke rechten op schadevergoeding bepalen voor een groot deel wie bij echtscheiding de overwaarde en vermogenswinst van de woning ontvangt. Iedereen die tijdens een huwelijk of samenwonen zijn geld en vermogen in een woning belegt, heeft bij echtscheiding recht op minimaal een nominaal bedrag van zijn geld, eventueel met rente. Maar iemand die investeert in 2020 of 2021 of heeft geïnvesteerd in een gemeenschapshuis na 2012 kan aanspraak maken op veel meer geld. Dit heeft te maken met uw opgebouwde recht op vergoeding.

Wettelijke rechten op schadevergoeding bij echtscheiding en overlijden

Je geld in het gemeenschapshuis steken

Stel dat je in 2020 of 2021 een gedeelde woning hebt gekocht met je partner en dat het tijd is om een ​​deel van de hypotheek af te lossen met je eigen geld. Of stel dat je een ton van je ouders krijgt van de zogenaamde jubelton (schenkingsvrijstelling van meer dan € 100.000) en die gebruikt om samen met je partner een eigen woning te kopen of een deel van je hypotheek af te lossen. Of u kiest ervoor om een ​​deel van de woning te verbouwen, niet om een ​​extra hypotheek af te sluiten, maar uw spaargeld hiervoor te gebruiken. Er zijn veel voorbeelden van privaat geld dat wordt gebruikt voor gemeenschappelijk bezit. De belangrijkste vraag is wat er met uw geld gebeurt bij echtscheiding of overlijden.

Wettelijke rechten op schadevergoeding bij echtscheiding of overlijden

Wanneer iemand gaat trouwen of samenwonen, kunnen er drie vermogens ontstaan:

Zodra er verschuivingen optreden tussen deze activa, ontstaan ​​ook schadevergoedingsrechten en schadevergoedingsclaims. Als de vrouw bijvoorbeeld een deel van de totale koopsom van de woning uit haar eigen vermogen betaalt, gaat dat geld niet verloren bij echtscheiding of overlijden. De vrouw heeft dan een bepaald recht op schadevergoeding en een vordering tot schadevergoeding tegen het vermogen.

Berekening van de hoogte van de wettelijke schadevergoedingsrechten

De hoogte van het recht op vergoeding is afhankelijk van het jaar waarin de vermogensmutatie heeft plaatsgevonden. Het jaar 2012 is bepalend, want toen veranderde de berekeningswijze aanzienlijk:

Het recht op schadevergoeding ontstaat vóór 2012

Tot 2012 is het recht op een vergoeding gelijk aan de geïnvesteerde nominale waarde, die kan worden aangevuld met een rentevergoeding als de partners daarmee instemmen. Stel dat in 2010 de vrouw geld uit privébezit bijschrijft op het gemeentehuis en in 2019 een echtscheiding wordt aangevraagd, dan heeft de vrouw recht op teruggave van haar eigen geld. Dus in privésituatie 100.000 euro afgelost in 2010, de partners in gemeenschap van goederen getrouwd en de woning in 2019 (op het moment van scheiding) 300.000 euro waard is na aftrek van de hypotheek, dan heeft de vrouw recht op 100.000 euro. van uw eigen geld plus de helft van de resterende € 200.000, ofwel € 200.000. Daarna heeft de partner recht op 100.000 euro.

Het recht op schadevergoeding ontstaat na 2012

Het recht op vergoeding is sinds 2012 niet gelijk aan de nominale waarde, maar neemt toe met de gerealiseerde waardestijging van de woning of neemt af met de gerealiseerde waardedaling van de woning. Dit wordt een recht op vergoeding genoemd in de beleggingstheorie van het opbouwen van eigen vermogen.

Een voorbeeld van de berekening van vergoedingsrechten onder de investeringsdoctrine

Laten we zeggen dat in 2018 het huis voor 300.000 euro is gekocht. De hypotheek was 300.000 euro, maar partner A betaalt 100.000 euro terug met eigen geld (gift van ouders, spaargeld). Laten we er ook vanuit gaan dat het huis op het moment van de scheiding in 2019 600.000 waard is, dat is het dubbele. Dan profiteert partner A volledig van deze verdubbeling met de investering: de aanspraak op de woning is gelijk aan de oorspronkelijke investering plus het rendement op de woning. Aangezien de waarde van de woning met 100% is gestegen, is het recht op vergoeding gelijk aan € 100.000 (aanvankelijke investering) plus € 100.000 (100% rendement op de woning) ofwel € 200.000. Dit leidt tot de volgende verdeling van de verkoopprijs van het onroerend goed:

De investering van Partner A van € 100.000 lijkt dan ook een uitstekende investering te zijn geweest.

Verdeel de stijging van de woningwaarde bij een scheiding

Wat de wettelijke bepalingen betreft, want u kunt ook met uw partner afspreken dat bij echtscheiding de wettelijke bepalingen niet gelden, maar u verdeelt de waardestijging van de woning naar evenredigheid (gehalveerd). Als u uw eigen geld in de woning steekt, krijgt u dat bedrag terug plus de helft van de overwaarde van de woning.

Verdeel bij echtscheiding de waardedaling van de woning (restschuld).

In 2020 zullen veel woningen in Nederland overwaarde hebben en in waarde zijn gestegen ten opzichte van het moment van aankoop. Maar de waarde van huizen kan op een gegeven moment ook weer dalen. Als u zich dan aan de wet houdt en geen onderlinge afspraken maakt, ziet u dat de hoogte van de schadevergoedingsrechten lager is dan de oorspronkelijke investering. Stel dat je in 2020 100.000 euro in een woning hebt geïnvesteerd en de waarde van de woning is op het moment van scheiding met 50% gedaald, dan heb je maar een eigendomsclaim van 50.000 euro, dat wil zeggen de geïnvesteerde 100.000 euro vermenigvuldigd met 50% . Ook hiervoor kunt u onderlinge afspraken maken.

Boekhouding en vergaderingen in 2020 en 2021

Vaak worden de wederzijdse rechten van partners pas gecontroleerd op het moment dat de echtscheiding wordt aangevraagd. Het is zinvoller om een ​​goede governance te handhaven, zodat asset shifts over de jaren goed worden gepland en er tijdig aanvullende afspraken met elkaar worden gemaakt. Wacht dus niet te lang en laat u goed adviseren.

Lees verder