Lenen: wet op consumentenkrediet

Als een consument om wat voor reden dan ook een lening aangaat, krijgt hij te maken met een aantal wet- en regelgeving die van toepassing is op lenen. Een van deze wetten is de Wet op het consumentenkrediet. Deze wet beschermt de consument gedurende de looptijd van de lening. Dit gebeurt echter onder bepaalde omstandigheden.

De Wet op het consumentenkrediet (Wck) beschermt consumenten bij het opnemen van krediet. De bescherming is onder bepaalde voorwaarden geldig voor de hele looptijd van de lening. Een van die voorwaarden is bijvoorbeeld dat de lening niet hoger mag zijn dan 40.000 euro en dat de looptijd langer moet zijn dan drie maanden. Er zijn echter meer voorwaarden.

Lenen bij een professionele kredietverstrekker

De Wck bepaalt dat kredietnemers alleen recht hebben op consumentenbescherming als hun lening is gedekt door een professionele kredietverstrekker. Daarom dekt Wck geen leningen van familieleden, vrienden, buren, enz. Daarnaast moet de geldverstrekker een vergunning hebben op grond van de Wck. De Autoriteit Financiële Markten houdt een register bij waarin alle vergunninghouders staan ​​geregistreerd (dit register is te vinden op hun website). Kredietbemiddelaars staan ​​alleen onder toezicht van de Autoriteit Financiële Markten en hebben geen vergunning nodig omdat zij geen financieel risico nemen.

Wck geldt niet voor hypotheken

Wck is niet van toepassing op hypotheken. Maar aangezien de wet alleen geldt voor leningen tot 40.000 euro, kan de hypothecaire lening (die bijna altijd veel hoger is) zeer zelden van toepassing zijn op deze regeling. Daarnaast is Wck niet van toepassing op effectenleningen als de lening onder de waarde van de onderliggende effectenportefeuille (die als onderpand dient) blijft. Tot slot geldt Wck niet voor ondernemers.

Voorwaarden voor kredietverstrekkers

De totale kosten van de lening moeten door de kredietverstrekker worden bepaald; met andere woorden, de effectieve rentevoet voor de normale betalingsactiviteit moet worden bepaald. Daarnaast moet de kredietverstrekker controleren of de kredietnemer kredietwaardig is als de lening groter is dan 1000 euro, dit kan onder andere door de gegevens te controleren bij het Bureau Krediet Registratie (BKR) in Tiel. Daarnaast moet voor een lening van dit niveau de betalingsprocedure schriftelijk worden vastgelegd in de kredietovereenkomst (dit moet altijd, ook bij kleine leningen, maar de voorwaarden zijn dan meestal minder streng).

Ten slotte mag de kredietgever geen vervroegde aflossing en termijnen eisen of tussentijds de verplichtingen van de kredietnemer verhogen. Er zijn echter uitzonderingen op deze regel: bijvoorbeeld als de kredietnemer Nederland verlaat, failliet gaat, een betalingsachterstand heeft, de hypotheek verliest, overlijdt of een lening heeft gekregen op basis van onjuiste informatie. In dergelijke gevallen kan de kredietgever inderdaad vervroegde aflossing eisen.

lenersrechten

De lener heeft altijd recht op een schriftelijke toelichting als zijn leenaanvraag wordt afgewezen. Het is echter niet zo dat de kredietverstrekker dit automatisch moet doen; de aanvrager moet deze zelf aanvragen. De lener heeft ook altijd het recht om een ​​deel van de lening of de hele lening vóór de vervaldatum terug te betalen. In dergelijke gevallen kan de kredietgever echter van de kredietnemer verlangen dat deze tegelijk met de termijnbetaling betaalt en het aflossingsbedrag aanpassen tot een bedrag dat overeenkomt met een veelvoud van de aanvankelijk vastgestelde termijnen. Daarnaast kan de kredietgever in dergelijke gevallen eventuele extra kosten verhalen op de kredietnemer.€