Koopkrachtverlies door afschaffing pensioenindexatie

Door tegenvallende beleggingsresultaten en lage rentes zitten veel pensioenfondsen al jaren onder de door De Nederlandsche Bank vastgestelde minimale dekkingsgraad. Dit betekent dat pensioenen niet kunnen worden aangepast aan stijgende prijzen. Maar wat betekent dit eigenlijk voor uw pensioen op de lange termijn, en dus uw koopkracht?

Als het pensioenfonds onder een bepaalde minimale dekkingsgraad komt, zal het bestuur van dit fonds moeten besluiten om een ​​kleinere indexatie toe te passen of helemaal niet te gebruiken, of zelfs genoodzaakt te zijn de uitkering te verlagen. Voor dit fonds betekent dit dat de maandelijkse pensioenuitkering niet in lijn is met de salarisontwikkeling. Aangezien de inflatie (dwz de waardedaling van de munt) doorgaans doorgaat, is het resultaat dat, zelfs als de uitkering gelijk blijft, de koopkracht van het pensioen daalt en gepensioneerden die aan het fonds gebonden zijn minder te besteden hebben.

Welke normen worden gebruikt?

De dekkingsgraad geeft de financiële positie van het pensioenfonds aan. Met een dekkingsgraad van 100% heeft het pensioenfonds net genoeg geld om de pensioenen nu en in de toekomst uit te betalen. Een pensioenfonds heeft echter een buffer nodig om tegenvallers op te vangen. Daarom vereist de wet een minimale dekkingsgraad van 105%.

Geïndexeerd worden

Pensioenfondsen kunnen in de komende jaren besluiten om, als de resultaten het toelaten, in voorgaande jaren alsnog (gedeeltelijk) te indexeren. Het pensioen wordt dan als echt vastgesteld. Maar aangezien de meeste fondsen al jaren een te lage dekkingsgraad hebben, zal het waarschijnlijk vele jaren duren voordat het vereiste minimumniveau van 105% weer wordt bereikt. Volgens de Pensioenfederatie, het overkoepelend orgaan van alle pensioenfondsen (bron: NH-Dagblad 20-7-2017), zullen de meeste fondsen de eerste jaren daarom niet in staat zijn om de pensioenen te verhogen.

Met hoeveel mijn koopkracht per jaar afneemt als er niet wordt geïndexeerd

Voor een eenvoudig rekenvoorbeeld gaan we ervan uit dat een rond bedrag 1000 euro is. Als u een extra pensioen heeft van € 1.000 netto bovenop uw AOW-pensioen, dan daalt de koopkracht van uw extra pensioen elk jaar met respectievelijk 2% en 3% inflatie. .

jaar 2% 3%
1 980 970
2 960 941
3 941 913
4 922 885
5 904 858
6 885 833

Als u 6 jaar geen indexatie ontvangt, daalt de waarde van uw pensioen met 11,5% of 16,7% afhankelijk van de inflatie. Hierbij moet worden opgemerkt dat de indexatie van uw AOW waarschijnlijk doorgaat, waardoor de waarde van uw totale inkomen waarschijnlijk met een kleiner percentage zal dalen. Daarnaast wordt geïndexeerd op basis van het brutobedrag. Het nettobedrag kan mogelijk toenemen als er minder wordt ingehouden op het brutobedrag, bijvoorbeeld door veranderingen in belastingtarieven.

Lees verder