Het sociaal leenstelsel vervangt de basisbeurs
Voor degenen die in het hoger onderwijs studeren, loopt de basisbeurs in september 2015 af. Het zal worden vervangen door een systeem van sociale leningen dat “studievoorschot” wordt genoemd. VVD en PvdA, D66 en GroenLinks zijn het eens geworden over deze ingrijpende maatregel om de basisbeurs om te zetten in een lening. Hieronder meer informatie over het sociaal leenstelsel.
Sociaal kredietsysteem in het kort
- het sociaal leenstelsel gaat op 1 september 2015 van start. De details dienen eerst in de relevante wetgeving te worden opgenomen;
- het creditsysteem is alleen voor nieuwe studenten. Voor degenen die al een beurs ontvangen, verandert er niets;
- de lening heeft een gunstige rente;
- lening aflossen is alleen nodig als er een baan is, en dan alleen naar middelen.
Wat observeren studenten in het systeem van sociale kredieten?
Welnu, in tegenstelling tot de huidige situatie maakt elke student voortaan automatisch schulden. Thuiswonende studenten kregen tot nu toe vier jaar lang natuurlijk meer dan 1.100 euro per jaar, als ze hun studie op tijd afrondden. En voor studenten die op kamers woonden was dit bedrag zelfs meer dan 3200 euro.
Als je op 1 september 2015 met je studie begint, verandert dit. Concreet betekent dit:
- een gift in de vorm van een basisbeurs wordt een lening met gunstige rente;
- Zo zijn uitwonende studenten maandelijks zo’n 280 euro kwijt;
- voor thuiswonenden bedragen de verliezen ongeveer 100 euro per maand.
Hoeveel kunt u lenen?
Jongeren die vanaf september 2015 een basisbeurs in de vorm van een lening (studievoorschot) krijgen, hebben grote schulden. Bij de overheid kan maximaal 986 euro worden geleend. Voor zelfstandig wonende studenten kan deze studieschuld in 4 jaar oplopen tot € 50.000. Overigens wordt volgens de KNAB de gemiddelde schuld kleiner (rond de 21.000 euro): niet alle studenten zullen immers de maximale leenruimte benutten.
De lening terugbetalen
- afgestudeerden moeten beginnen met het terugbetalen van de lening zodra ze een baan hebben;
- maar wie minder verdient dan het minimumloon (1500 euro bruto) hoeft niets terug te betalen;
- Trouwens, niemand is meer dan 4% van zijn maandinkomen verschuldigd;
- van afgestudeerden wordt verwacht dat zij gemiddeld 1% van hun salaris aan rente terugbetalen en verliezen;
- Volgens de nieuwe lening kan de terugbetaling 35 jaar duren (was 15 jaar).
Waarom bestaat het sociale leenstelsel?
- tja, PvdA en VVD vinden (terecht) dat de student mag investeren in zijn studie en dat deze studie niet volledig door de overheid moet worden gefinancierd;
- Het systeem van sociale kredieten wordt ook beschouwd als een extra stimulans om door te blijven en snel een studie af te ronden;
- daarnaast zal het sociale kredietsysteem het land voorzien van evenwichtig geld om te kunnen stellen zonder andere impopulaire maatregelen, zoals de langzame studentenboete;
- Daarnaast hebben de partijen in hun verkiezingsprogramma’s al toegezegd dat het bespaarde geld zal worden besteed aan het verbeteren van de kwaliteit van het onderwijs.
De aanvullende beurs blijft bestaan
Het risico bestaat dat jongeren met weinig middelen stoppen met studeren nu ze het geld moeten terugbetalen. Het is een angst die bijvoorbeeld wordt geuit door het HBO-bestuur, maar ook door studentenvertegenwoordigers. Maar of dit in de praktijk ook gaat gebeuren, valt nog te bezien. In die zin is het interessant dat de aanvullende beurs als gift blijft bestaan. In 2014 was dat 258 euro voor uitwonende studenten, maar in 2014 wordt het verhoogd naar maximaal 365 euro als het inkomen van de ouders lager is dan 30.000 euro. En natuurlijk zijn er altijd andere mogelijkheden en tips voor studenten om geld te besparen.
Ook de OV-kaart blijft bestaan
Iedere student heeft nog recht op een OV-kaart. Dat geldt ook voor ruim 150.000 mbo-leerlingen onder de 18 jaar die straks gratis met het openbaar vervoer mogen reizen. Het is denkbaar dat de lestijden worden aangepast zodat studenten tijdens dure spitsuren minder gebruik maken van het openbaar vervoer.
Lees verder
€