Gevolgen btw-verhoging

Sinds de val van het Kabinet van Ministers op 23 april 2012 zijn er verschillende maatregelen genomen, waarvan de meest opvallende de verhoging van het btw-tarief van 19 naar 21 procent is. De maatregel, die op 01.09.2012 in werking treedt, is bedoeld om het begrotingstekort terug te dringen. De consument moet dus meer betalen, ook al is dat voor velen tegenwoordig al duur genoeg. Veel mensen voelen zich misbruikt door de overheid.

Moet ik nu nog meer betalen?

Een gedachte die bij bijna elke bewoner zal opkomen: “Moet ik nu nog meer betalen?” Sinds het begin van de financiële crisis in oktober 2009 zijn de prijzen van veel producten in Nederland gestegen. Producten zijn duurder geworden, consumenten geven minder uit en het overheidstekort loopt op. Dus heeft deze verhoging van het btw-percentage zin?

Consumentenvertrouwen

Het consumentenvertrouwen was door de crisis al laag, maar door de stijging van de btw-rente zal dit vertrouwen dalen tot een historisch dieptepunt. De producten worden simpelweg te duur voor de consument die zich benadeeld zal voelen.

Tijdens de crisis zijn mensen al zuiniger als het gaat om geld uitgeven, wat nog meer als ook de btw wordt verhoogd. Het enige onverwachte is dat het btw-percentage voor basisvoorzieningen (brood, water, etc.) op 6 procent blijft. De stijging van 19 naar 21 procent op papier is een kleine stijging van 2 procent. De consument heeft het gevoel dat 2 procent tegenwoordig 2 procent te veel is.

Daarnaast hebben consumenten ook de neiging om te denken dat ze opgelicht worden, betalen we al niet genoeg belasting? De overheid komt geld tekort en krijgt dat dan terug van haar burgers die al zoveel aan de overheid geven. Van elke euro die deze consument bijvoorbeeld uitgeeft, gaat 13 cent naar de staatskas. Dit geldt voor indirecte belastingen zoals accijnzen en btw. Zo draagt ​​de consument al bij aan de financiële situatie van de overheid. Consumenten klagen vaak dat het allemaal te duur is. Een stijging van 2 procent zal deze filter versterken. Ons btw-tarief is sinds 1970 gestegen van 12 procent naar 21 procent.

Lagere koopkracht

Een ander gevolg van de btw-verhoging is dat consumenten een lagere koopkracht hebben. Daarnaast zal ook de motivatie van de consument om meer uren te werken afnemen. Door de verhoging van het btw-tarief kunnen consumenten namelijk minder kopen, waardoor meer uren werken minder interessant is. De stijging leidt dus tot een daling van de vraag en verstoort de arbeidsmarkt. Het Centraal Planbureau (CPB) berekende in 04-2012 dat de particuliere consumptie jarenlang 48 tot 49 procent van alle binnenlandse bestedingen uitmaakte. Dit percentage is echter gedaald ten opzichte van 2009 en zal naar verwachting dalen tot 44 procent in 2015. Dit zou betekenen dat de overheid 25 miljard euro minder inkomsten heeft uit deze sector. Het verhogen van het btw-tarief heeft dus niet het gewenste effect.

overhaaste beslissing

Veel economen vrezen dat de verhoging van 19 naar 21 procent te overhaast en dus een slechte beslissing is. Zo werd CPB-directeur Cohen Teuling geciteerd in het Financieel Dagblad; “Je moet snel veel geld vinden, dan moet je snel in activiteiten springen die op korte termijn geld opleveren en op middellange termijn niet goed werken.”

Er wordt op tijd een oplossing gevonden

Kortom, iedereen heeft last van de btw-verhoging. Vooral retailers gaan een onzekere tijd tegemoet omdat ze zich afvragen of consumenten drastisch minder zullen kopen en of ze het hoofd nog boven water kunnen houden. Ook voor de arbeidsmarkt kan het vervelende gevolgen hebben, mensen raken minder gemotiveerd om te werken.

Of het een goede beslissing was of niet, zal de toekomst uitwijzen. Een ding is zeker, de consument zal nog meer op zijn uitgaven letten en zijn geld efficiënter besteden.€