Financiële status van sportverenigingen
De teruglopende inkomsten en de slechte financiële situatie van sportverenigingen in 2015 zijn ook verantwoordelijk voor sponsoren en gemeenten, die te maken hebben met krimpende budgetten door de moeizame economie en de bezuinigingen van de overheid. Tel daarbij op dat de bevolkingskrimp in een groot deel van het land ook leidt tot een afname van betalende leden, en het is duidelijk dat veel sportverenigingen worstelen om te overleven. Hoe sportverenigingen financieel het hoofd boven water kunnen houden.
Het begrotingstekort bij sportverenigingen vergroten
Teruglopend lidmaatschap, weinig of geen nieuw lidmaatschap, mede doordat ouders hun kinderen niet meer kunnen betalen, bijna geen nieuwe aanmeldingen. Een herkenbaar beeld bij veel sportverenigingen. Deze aanhoudende daling van het ledenaantal baart veel sportclubs zorgen. En de verwachting is dat het aantal sportclubleden in de toekomst alleen maar zal afnemen, mede door de budgetten van veel sportverenigingen.
Veel sportclubs zitten in financiële moeilijkheden
In veel delen van het land krimpt de bevolking. Het aantal mensen dat actief bezig is met sporten neemt weliswaar toe, maar doet dat in clubverband steeds minder. Als we daar nog aan toevoegen dat veel gemeenten genoodzaakt zijn om de subsidiekranen nog meer dicht te draaien, dan is het duidelijk dat veel sportverenigingen in een moeilijke financiële situatie verkeren. En waar rijke bewonderaars en bankdirecteuren vroeger het bestuur vormden, is dat tegenwoordig veel minder gebruikelijk.
Het gemeentelijk subsidiebeleid verandert
Gemeenten zijn de afgelopen decennia zeer ruimhartig geweest in het toekennen van subsidies aan sportverenigingen. Als sportclubs hun broek helemaal omhoog zouden moeten houden, zouden veel verenigingen allang uitgestorven zijn. Sporten was toen alleen voor de rijken en niet meer als een basisvoorziening te beschouwen. In ons land gaven gemeenten jaarlijks zo’n 1 miljard euro uit aan sport zodat iedereen kon sporten. Dit concept werkte vooral door de gebruikte accommodaties. In de praktijk sloten lokale overheden goedkope huurcontracten af met sportclubs en financierden ze hen op deze manier. Echter, als gemeenten voorheen sportaccommodaties onder de kostprijs huurden, werd het vanaf 2014 veel moeilijker omdat er nieuwe regelgeving (Markt- en Overheidswet) werd toegepast, tenzij sport in het algemeen belang werd geacht.
Gemeentelijke steun is bij voorbaat niet uitgesloten
Zo was het enkele jaren geleden gebruikelijk dat sportverenigingen een forse financiële bijdrage kregen in de vorm van goedkope huisvesting, maar tegenwoordig moeten sportverenigingen steeds meer in hun levensonderhoud voorzien. De meeste sportverenigingen hebben al geruime tijd te maken met nieuwe wind. Gemeenten dragen steeds minder financieel bij aan de clubkas. De verenigingen die echter bereid waren drastisch het roer om te gooien en ook maatschappelijke betrokkenheid wilden tonen, vonden de gemeenten aan hun kant. Wat dat betreft is er veel mogelijk. Naast een grotere zelfredzaamheid verwachten gemeenten van sportverenigingen dat zij hun assortiment uitbreiden en een grotere maatschappelijke betrokkenheid tonen. De voorgestelde activiteiten moeten niet alleen de gezondheid bevorderen, maar ook meer gericht zijn op de behoeftigen in de samenleving.
Betrokkenheid van de gemeenschap is van cruciaal belang voor financiële steun
Alleen die clubs die maatschappelijk actiever zijn, kunnen rekenen op financiële steun. Dit betekent bijvoorbeeld:
- ook activiteiten aanbieden aan ouderen, gehandicapten en jongeren met overgewicht;
- het betrekken van werklozen bij zaken als (facilitair) onderhoud en toezicht;
- ook huurwoningen beschikbaar stellen voor kinderopvang of ouderenactiviteiten.
Financiële ondersteuning van sportclubs met publieke middelen is niet langer vanzelfsprekend, omdat ze de status van sportclub hebben.
Ook de sponsorinkomsten nemen af
Niet alleen gemeenten dragen minder bij, ook de sponsorinkomsten nemen af. Sponsors hebben het moeilijk door de economische crisis en hun budgetten staan flink onder druk. Feit is dat ze niet meer recreatief rijden. Sportclubs merken dit en moeten kritisch kijken naar andere inkomens. Idealiter zou men natuurlijk willen dat de contributie jaar na jaar hetzelfde is, maar men ontkomt er niet aan om een deel van de rekening bij de sporter zelf te storten.
Lees verder
€