Extra inkomen is niet altijd leuk
Met extra inkomsten neemt ons gevoel van voldoening toe, dat is wetenschappelijk bewezen. Maar geluk blijft niet oneindig toenemen met extra geld. Waarom is dit zo? En wat heeft dit te maken met pizza eten?
De link tussen inkomen en geluk
Alle mensen willen gelukkig zijn. Deze opvatting werd al door Aristoteles uitgevaardigd en later overgenomen door vele andere filosofen en schrijvers. Mensen met hogere inkomens hebben meer vrijheid om hun persoonlijke materiële verlangens te vervullen. Ze kunnen zich meer goederen en diensten veroorloven. Bovendien hebben ze een hogere sociale status.
De relatie tussen inkomen en geluk is vele malen uitgebreid onderzocht. En de resultaten spreken voor zich: mensen met hogere inkomens ervaren een hoger subjectief welzijn dan armen. Deze positieve correlatie tussen inkomen en geluk is vele malen statistisch bewezen.
Er is geen lineair verband tussen inkomen en geluk
Maar extra inkomen of extra vermogen verhoogt de tevredenheid met het leven niet voor onbepaalde tijd. De relatie tussen inkomen en geluk is niet lineair. De marginale winst neemt af.
Nu kennen we ook de economische wet van de afnemende meeropbrengsten uit andere gebieden:
- het eerste stuk pizza smaakt heerlijk;
- het tweede stuk is ook welkom, maar minder bevredigend;
- in gewone gevallen wordt de honger gestild met het vijfde stuk.
Hetzelfde geldt min of meer voor ons inkomen. Overigens was de vaak geciteerde Amerikaanse afwasser/miljonair ongetwijfeld dolgelukkig toen hij zijn eerste financiële succes boekte. Maar toen hij eenmaal miljonair was, deed de $ 1.000 aan extra inkomen weinig om zijn gevoel van algehele tevredenheid aanzienlijk te vergroten.
Wanneer de jackpot een last wordt
Er zijn zelfs situaties denkbaar waarbij extra inkomen als een last wordt ervaren. Denk maar aan de jackpotwinnaar. In het begin is de vreugde overweldigend en zal het gevoel van voldoening zeker toenemen. Vaak zegt de winnaar zijn baan op, maar als gevolg daarvan geven ze belangrijke relaties en erkenning op. Daarnaast kan er spanning zijn omdat van hem wordt verwacht dat hij zijn familie financieel ondersteunt of wat geld aan vrienden geeft.
Onderzoek toont aan dat de gemiddelde levenstevredenheid van loterijwinnaars na de gewenningsperiode niet significant hoger is dan voor de loterijwinst. Een groot extra inkomen heeft in dit geval twee kanten:
- aan de ene kant zorgt het voor langdurig welzijn;
- aan de andere kant zal de behoefte om inkomen te verdienen en er plezier aan te beleven afnemen.
Toenemende welvaart ging niet gepaard met groeiende tevredenheid
In veel landen doet zich een verrassend fenomeen voor: terwijl het gemiddelde inkomen per hoofd van de bevolking de afgelopen decennia snel is gestegen, is het gemiddelde tevredenheidsgevoel gelijk gebleven of zelfs afgenomen. Mensen kunnen zich veel meer goederen en diensten veroorloven, maar veel gelukkiger zijn ze er niet van geworden.
Zo is tussen 1970 en 2000 het inkomen per hoofd van de bevolking in Nederland bijna verdubbeld, gecorrigeerd voor inflatie. Maar de toename van materieel welzijn was niet in dezelfde mate geassocieerd met een toename van geluk.
Er zijn twee kanten aan aanvullend inkomen
Ons tevredenheidsgevoel hangt dus niet alleen af van ons inkomen. Twee psychologische processen en mechanismen zijn daarbij van belang:
- Waar het om gaat is het relatieve inkomensniveau: we vergelijken onszelf met anderen. Onze relatieve positie op de inkomensladder is maatgevend. We zijn niet zozeer geïnteresseerd in het absolute niveau van ons inkomen, maar eerder in onze positie op de inkomensladder in vergelijking met anderen, dus relatief inkomen. Hoeveel verdienen wij in vergelijking met anderen? En daarbij kijken we de ladder op, niet naar beneden. We vergelijken onszelf dus met mensen die meer inkomen hebben dan wijzelf. De armere kerel wordt niet meegenomen in deze vergelijking. Referentiegroepen zijn voornamelijk collega’s en familieleden, maar ook vrienden en kennissen;
- Snelle aanpassing aan hoger inkomen:aanvullende goederen en diensten bevredigen ons, althans tijdelijk. Aan de andere kant verdwijnt een aanhoudend en constant hoog verbruik snel voor dit gevoel van tevredenheid. We wennen snel aan hogere inkomens, waardoor we onszelf beter van goederen kunnen voorzien. Nog niet zo lang geleden waren we blij als we een of twee tv-zenders in zwart-wit konden vangen. Vandaag verwachten we tientallen zenders te kunnen ontvangen, uiteraard in kleur. We hebben onze verwachtingen snel aangepast aan de technische vooruitgang en zijn gewend geraakt aan de nieuwe mogelijkheden. De aard en omvang van deze aanpassing verschilt van persoon tot persoon en van situatie tot situatie. Voor inkomen lijkt het gewenningseffect completer te zijn dan voor andere levensgebieden, zoals huwelijk, vrije tijd of arbeidsongeschiktheid.
Materiële welvaart is niet alleen een zegen
Onderzoek toont aan dat geluk wordt beïnvloed door veel verschillende factoren. Natuurlijk zijn geld en materiële rijkdom de belangrijkste factoren, maar ze zijn niet essentieel voor geluk. Ook sociale omstandigheden zijn belangrijk: goede sociale relaties, vooral vriendschappen en een goed gezinsleven, zijn essentieel voor ons geluksgevoel.€