Een businessplan schrijven: vertrouwen
Bij de beoordeling van een financieringsaanvraag hecht de bank veel belang aan de pijler “zekerheid”. Een goede zekerheidspositie verkleint het risico van de bank, wat de slagingskans op het verkrijgen van financiering vergroot. Hoe waardeert de bank deze pijler en in hoeverre moet deze pijler in het businessplan worden genoemd?
In het businessplan is het belangrijk dat de bank leest wat het businessplan is, wie de ondernemer is en wat de financiële verwachtingen zijn. De pijler “veiligheid” is echter ook een belangrijk evaluatiecriterium, vooral voor beginnende ondernemers.
Veiligheid
Financieringsonderpand geeft aan welk deel van de financiering onder het pandrecht valt of welk deel van de financiering door de bank kan worden verhaald als de onderneming onverhoopt niet aan haar verplichtingen jegens de bank kan voldoen.
De belangrijkste bepaling voor banken is:
Primair onderpand
Primaire effecten zijn van de beste kwaliteit. Dit zijn effecten waarvan het bedrag dat aan dat effect is verbonden vrijwel zeker kan worden verhaald. Voorbeelden van primaire zekerheden zijn:
Particuliere woning of bedrijfspand
De waarde van een woning of bedrijfspand blijft doorgaans stabiel. De waarde van een woning uitgegeven door makelaars of met gebruikmaking van de WOZ-waarde is vrijwel geheel recupereerbaar door verkoop. De meeste banken associëren vastgoed met een zekerheidspercentage van 75% tot 90%. Bij verkoop van de woning verwacht de bank dat het verkooprendement 75% tot 90% van het getaxeerde bedrag zal bedragen. Dit percentage wordt gehanteerd omdat als de ondernemer zijn verplichtingen niet kan nakomen, de bank het geld snel terug wil hebben. Het onroerend goed wordt vaak verkocht en de opbrengst is meestal lager dan de getaxeerde waarde.
Een bank kan alleen onderpand van onroerend goed verkrijgen als er sprake is van een overwaarde. Een bedrijfspand van € 400.000 en een hypotheek van € 400.000 bieden de bank weinig waarde. De onderneming heeft immers al een schuld op haar terreinen gelijk aan haar waarde. Als er sprake is van een overwaarde, kan de bank het pand naast een hypotheek laten registreren om de gewenste zekerheid te verkrijgen.
Als de financiering bij een bank wordt ingediend, maar de vastgoedfinanciering wordt overgedragen aan een andere bank, wordt het voor de nieuwe bank moeilijk om zekerheden van het vastgoed te krijgen, ook al is er voldoende eigen vermogen. Dit komt door hypotheekregistratie en rekenrente, die banken in de hypotheekakte hebben opgenomen.
Voorbeeld
Ondernemer X heeft een huis ter waarde van 300.000 euro. Op de woning rust een hypotheek van 220.000 euro. De hypotheek is verpand aan bank A. Hij dient een financieringsaanvraag van 50.000 euro in bij bank B voor zijn startende onderneming. Bank B wil eigen vermogen gebruiken om een goede zekerheidspositie op te bouwen. Voor de woning geldt echter een hypotheekregistratie van € 250.000,- vastgesteld door bank A. Daarnaast hanteert bank A een premie van 25%. Premierente is de rente die bij de hypotheekregistratie wordt opgeteld. Dit percentage heeft betrekking op extra kosten die vaak ontstaan voor klanten die niet aan hun verplichtingen kunnen voldoen (renteachterstand, beheerskosten, juridische kosten, etc.). Registratie aankondiging. 250.000 euro moet nog met 25% worden verhoogd. De daadwerkelijke inschrijving bedraagt 312.500 euro. Bank B kan dus geen extra onderpand van de woning krijgen terwijl ze eigenlijk 80.000 euro eigen vermogen heeft.
Belofte van besparingen
Reserves zijn ook primair onderpand. Sparen heeft immers waarde. Waarde kan echter alleen worden toegekend als het spaargeld ten gunste van de bank is verpand (is dit niet het geval, dan kan de klant het spaargeld gewoon vrij opnemen en kan de bank er geen waarde aan ontlenen).
Borg voorzien
De onderneming kan zowel door de eigenaar van de onderneming (bijvoorbeeld de directeur van de BV) als door derden (bijvoorbeeld de ouders van de ondernemer) worden gegarandeerd. Als de onderneming haar verplichtingen jegens de bank niet kan nakomen, kan de bank de schuld verhalen op de garant. Een gedekte garantie houdt in dat de garantie gekoppeld is aan goede zekerheden, zoals verpande spaargelden of een hypotheekregistratie.
Staatsgarantie (BMKB)
De overheid heeft een fonds toegewezen dat garant moet staan voor ondernemers die zelf niet voldoende onderpand kunnen bieden aan de bank. Startende ondernemers kunnen gebruik maken van de staatsgarantie.
Secundair onderpand
Secundair onderpand is onderpand waaraan de bank vanwege de onzekerheid van de uiteindelijke waarde slechts in beperkte mate waarde kan ontlenen. Secundaire zekerheid betreft voornamelijk het verpanden van activa zoals voorraden, voorraden of debiteuren. Als de aandelen van het bedrijf aan de bank zijn verpand en het bedrijf niet aan haar verplichtingen jegens de bank kan voldoen, kan de bank de aandelen verkopen en is de bank de ontvanger van de opbrengst. De waarde van voorraad, voorraad en debiteuren is echter veel minder stabiel. Hierdoor verbinden banken een lagere onderpandrente aan deze effecten. Als er echter automaten ter waarde van 20.000 euro worden gekocht en de automaten worden verpand aan de bank, dan stelt de bank veel minder dan 20.000 euro ter beschikking.
Extra beveiliging
Neveneffecten zijn aanvullende effecten die geen specifieke waarde hebben. Voorbeelden zijn overlijdensrisicoverzekeringen (waarde ontstaat pas bij overlijden) of eigendomsoverdracht (waarbij de klant bevestigt dat de onderneming gedurende de looptijd van de financiering niet van eigenaar verandert). Ze bieden extra comfort voor de bank, maar er kan geen waarde aan worden gehecht.
De bank bepaalt in principe welk onderpand wordt gebruikt om een voldoende onderpandpositie te hebben. De ondernemer hoeft in het ondernemingsplan niet aan te geven hoe het onderpand is opgebouwd. De bank bepaalt hoeveel de zekerheid voor hen waard is. U kunt aangeven welke mogelijkheden er zijn, bijvoorbeeld door een eventuele overwaarde, vermogenswaarde of een optie Staatsgarantie (BMKB) op te geven. Daarnaast kunt u aangeven of er nog andere personen (bijvoorbeeld ouders, familie, kennissen) zijn die de financiering willen garanderen.
Ten eerste moet de bank vertrouwen hebben in het businessplan. Als er geen zekerheid is en de prognose als onvoldoende wordt beoordeeld, zorgt een goede zekerheidspositie er meestal niet voor dat de financiering toch wordt goedgekeurd. De bank is ook verplicht om in de eerste plaats zorg te dragen voor winstgevendheid en het vermogen om aan haar verplichtingen te voldoen om de klant te beschermen tegen onhoudbare financiering. De veiligheidspositie biedt de bank echter het comfort om elk hoger risico (zoals een start-up in een moeilijke sector of een bedrijf met beperkt kapitaal) aan te gaan.
Voor de klant heeft een goed onderpand als voordeel dat het renteaanbod over het algemeen gunstiger zal zijn. Een goede beveiliging verkleint immers het risicoprofiel van de klant. Verlaging van het risicoprofiel resulteert in een lagere risicopremie dan de basisrente en daarmee een aantrekkelijker voorstel.€