Economie: budgetteren
Geld uitgeven is niet moeilijk, maar niet teveel geld uitgeven is veel moeilijker. Vooral voor mensen met een kleiner budget is het moeilijk om rond te komen.
Maak een budget zodat je aan het eind van de maand niet in het rood staat. Een begroting is niets anders dan een lijst met inkomsten en uitgaven voor deze maand. Als je van tevoren bepaalt hoeveel je kunt uitgeven, kom je makkelijker rond. De meeste mensen maken een begroting in evenwicht. Een sluitende begroting is een begroting waarin verwachte inkomsten en verwachte uitgaven gelijk zijn. U loopt het risico zonder geld te komen voor onverwachte uitgaven.
Als op een
het budget
de kosten groter zijn dan de inkomsten, moet er een oplossing worden gevonden. Er moeten ontslagen worden gezocht en verwijderd. Mocht dit niet helpen, dan is het handig om onnodige aankopen direct uit te stellen.
Maak een begroting
Noteer eerst al uw inkomsten. Denk aan:
- Salaris
- Vakantiegeld
- interesse
- Zakgeld
- Studentenbeurzen
- Betaling
Maak dan een lijst van alle uitgaven. Denk aan:
- Vaste kosten
- Huishoudelijke uitgaven
- Boekingskosten
- Onverwachte uitgaven
- Vakantie
- Leuke dingen zoals vakanties
Tel nu alle inkomsten en uitgaven bij elkaar op en trek ze af. Nu zie je wat je over hebt of wat je te veel uitgeeft. Als je te veel krijgt, kun je bezuinigen op de leuke dingen. U sluit uw budget af met een overzicht van wat u nog op uw bankrekening heeft staan.
Hieronder ziet u een voorbeeld van een begroting.
Inkomen:
- Salaris: 500 euro
- Studiefinanciering: 450 euro
- Rente: 15 euro
- Zakgeld: 100 euro
Totaal: 1065 euro
Uitgaven:
- Bijdrage van de sportvereniging: 30 euro
- Eten/drinken: 50 euro
- Openbaar vervoer: 25 euro
- Ruimte te huur, inclusief gas, elektra en onderhoud: 300 euro
- Vertrek: 40 euro
- Telefoonkosten: 25 euro
- Geld storten op een spaarrekening: 100 euro
- Onvoorziene kosten: 50 euro
- Kleding: 70 euro
- Reiskosten: 60 euro
Totaal: 750 euro
Giro-startpositie: 7050 euro
Eindresultaat Giro: 7315 euro
Dus deze persoon heeft genoeg geld over.
Verschillende soorten uitgaven
Huishoudelijk geld
Huishoudgeld omvat dagelijkse of wekelijkse uitgaven voor boodschappen, zoals voedsel en voedsel voor huisdieren. Ook kleine uitgaven zoals cadeaus, bloemen en kleine apparaten zoals een koffiezetapparaat. Ook het geld dat wekelijks aan zakgeld wordt uitgegeven, hoort bij het huishoudgeld. Het kan dus gezegd worden dat huishoudgeld bedoeld is voor kleine huishoudelijke uitgaven.
Vaste kosten
Vaste lasten omvatten alle kosten die maandelijks moeten worden betaald, zoals een hypotheek. Ook eventuele min of meer vaste reiskosten, zoals woon-werkverkeer, vallen onder de vaste lasten. Ook kosten zoals elektriciteit worden betaald uit de vaste kosten pot. Andere maandlasten zoals lidmaatschapsgelden en verzekeringsmaatschappij vallen onder de vaste lasten.
Boekingskosten
Ook is er geld nodig voor grotere uitgaven die niet in één keer betaald kunnen worden. Hiervoor zet u geld opzij. Je kunt het zien als een besparing, maar je moet wel geld uitgeven aan boekingskosten. Als u bijvoorbeeld een nieuwe tv nodig heeft, staat deze op de reserveringskostenlijst. Andere kosten zoals reparaties of renovaties worden ook betaald uit de boekingskosten.
Onvoorziene omstandigheden
Sommige mensen houden een speciale pot voor onverwachte uitgaven. Het woord zegt het al, het is een pot waaruit onverwachte kosten worden betaald. Als de wasmachine bijvoorbeeld kapot gaat, wordt deze betaald uit het calamiteitenfonds.€