Dividend als alternatief voor spaarrente?
Veel aandeelhouders keken uit naar het begin van 2015 wanneer de bedrijfsdividenden opnieuw over de hele wereld zouden worden opgetekend. Zo kan stockdividenden als alternatief dienen voor de schamele spaarrente die banken betalen. De vraag is of het voor spaarders nog steeds de moeite waard is om op die rijdende dividendtrein te springen?
Bedrijven hebben zich bewezen met goede jaarcijfers
Hoewel sommige regio’s en/of sectoren achterbleven, slaakte veel beleggers in 2015 een zucht van verlichting: recordwinsten gingen gepaard met recorddividenden. Zoals in de eerste maanden na het einde van het boekjaar 2014 bleek, zullen veel zorgen hun aandeelhouders opnieuw verwennen.
Ter illustratie: het bedrijfsresultaat van de Duitse autofabrikant Daimler steeg in 2014 met bijna 30 procent ten opzichte van 2013 tot ruim tien miljard euro. Beste jaar in de geschiedenis van het bedrijf loont voor werknemers en aandeelhouders:
- werknemers ontvangen een bonus van meer dan 4.000 euro;
- aandeelhouders kunnen rekenen op een dividend van 2,45 euro per aandeel.
Rente op spaargeld maakt plaats voor dividend
Maar in 2014 verdienden niet alleen autofabrikanten goed geld. Talloze beursgenoteerde bedrijven moeten in 2015 opnieuw miljarden euro’s uitkeren. Goed nieuws voor aandeelhouders, dus zeker op momenten dat de rente op spaardeposito’s en obligaties met een vergrootglas moet worden bekeken. Doorgewinterde beleggers begrijpen dat dividenden meer zijn dan alleen extra inkomsten.
Het goedkoopgeldbeleid van centrale banken
Een van de redenen voor deze stortvloed aan dividenden is het nulrentebeleid van centrale banken. Bedrijven zouden zich goedkoop kunnen financieren met obligaties en zouden over voldoende middelen beschikken. Dit geld kan worden geïnvesteerd in nieuwe productiemiddelen, worden gebruikt om andere bedrijven uit te kopen of worden uitbetaald aan aandeelhouders. Wanneer het ondernemingsklimaat onzeker is en investeringen te duur zijn, zeggen sommige onafhankelijke vermogensbeheerders dat bedrijven snel overgaan op dividenden, vooral omdat ze bijna gedwongen zijn om een deel van hun reserves aan te spreken.
Overlay als parameter
Hoge dividenduitkeringen zijn geenszins een uiting van een gebrek aan verbeeldingskracht. Veel bedrijven hebben in 2014 goede winsten gemaakt. Dan is het niet meer dan logisch dat aandeelhouders meer gaan betalen. Wel is het van belang dat de dividenduitkering in een gezonde verhouding staat tot de gerealiseerde winst en niet de waarde van de onderneming opslorpt. De belangrijkste indicator die daarbij wordt gebruikt, is de dividenddekkingsgraad. Dit getal geeft een indicatie van het vermogen van een bedrijf om dividenden uit te keren uit de winst. Als de ratio bijvoorbeeld rond de 2,8 ligt, is de winst bijna drie keer de dividenduitkering. Op deze manier kan het grootste deel van de winst worden gebruikt voor toekomstige investeringen.
Andere selectiecriteria voor beleggers
Bij het kiezen van aandelen moeten beleggers ook rekening houden met zaken als:
- hoe het bedrijf ervoor staat tijdens de crisis;
- of het bedrijf al dan niet consumptiegoederen produceert;
- heeft het concern het vermogen om zelfs in moeilijke tijden de verkoopprijzen op peil te houden.
Dividendaandelen versus spaardeposito’s en obligaties
Ondanks het positieve geroezemoes over de dividendregen in 2015, vermijden veel particuliere beleggers het kopen van aandelen om direct in het bedrijf te investeren. Dat is voor veel vermogensbeheerders onbegrijpelijk: wie een obligatie koopt van een bedrijf, zit als het ware op de achterbank. Maar als je toch instapt, kun je beter voorin gaan zitten! Daar krijgt u in ieder geval een aanzienlijk hogere premie voor het risico dat u neemt.
Andere vermogensbeheerders waarschuwen daarentegen voor een te groot optimisme in dividendaandelen. Aandelenkoersen fluctueren meer en zijn op geen enkele manier vergelijkbaar met spaarrekeningen of obligaties. Als u uw zenuwen niet kunt bedwingen, moet u ook tijdens lage rentetarieven uw handen van aandelen houden. Vasthouden aan de metafoor “voorin of achterin de auto zitten”: niet iedereen is geboren om een racer te zijn!€