Dekkingsgraad van pensioenfondsen
Als de extreem lage rekenrente van pensioenfondsen niet verandert, leidt de verplichte dekkingsgraad van 105% onvermijdelijk tot forse premieverhogingen en forse verlagingen van de pensioenuitkeringen.
Verhandelbare effectieve rente pensioenfondsen
Hoewel de gemiddelde dekkingsgraad van pensioenfondsen in augustus 2012 met één procentpunt was gestegen tot 95%, was deze nog steeds beduidend lager dan de door de overheid vastgestelde minimumdekkingsgraad van 105%. De dekkingsgraad geeft feitelijk aan of het pensioenfonds, rekening houdend met de toegenomen levensverwachting van zijn deelnemers, voldoende kapitaal heeft om op korte en lange termijn pensioen uit te betalen.
Lage rente is verwoestend voor pensioenfondsen
Door de extreem lage rente die pensioenfondsen momenteel moeten rekenen, betalen werknemers hogere premies, terwijl gepensioneerden hun uitkering fors zien dalen. Zo hanteerde het leraren- en ambtenarenpensioenfonds ABP op het moment van schrijven (september 2012) een rekenrente van 2,1%, maar in voorgaande jaren was het gemiddelde rendement 7%.
De DzBP verkeerde op dat moment dus in wezen in een veel betere staat dan algemeen werd aangenomen. De min of meer aangekondigde drastische maatregelen (verhoging van premie en pensioenkorting) zouden niet nodig zijn als de verantwoordelijke minister van Sociale Zaken later in dezelfde maand zou besluiten om een scherpere rekenrente toe te passen.
Pensioenfonds
De overheid verplicht gelden daarom om tegen een kunstmatig lage rente te rekenen, terwijl mensen doorgaans voldoende geld in kas hebben. Volgens experts zijn de aangekondigde kortingen voor 2013 overbodig: “Het is volkomen absurd om deelnemers te korten met een klein pensioen terwijl de schatkist van het fonds overloopt.” rente, kortingen tot 8%.
Als pensioenfondsen met een gunstiger rentepercentage hadden kunnen rekenen om de waarde van hun vermogen te bepalen, zou de gemiddelde dekkingsgraad medio 2012 dicht bij de 100% liggen. Of de fondsen vanaf 2013 de pensioenuitkeringen moeten verlagen, hangt sterk af van hoe de politiek met die actuariële belangen omgaat. Minister Henk Kamp zal in september 2012 een definitief antwoord geven op deze vraag.
Wat zijn de gevolgen voor deelnemers?
- Premieverhogingen worden natuurlijk sterk gevoeld door jongere deelnemers die nog werken, terwijl grote pensioenkortingen voor hen verwaarloosbaar zijn. Hoewel hun nog bescheiden pensioenkapitaal niet zo snel groeit, hebben ze meestal nog genoeg jaren om dat goed te maken.
- Daar staat tegenover dat voor oudere deelnemers de eventuele pensioenkorting een forse financiële schadepost is. Zij kunnen immers niet meer werken of anderszins hun pensioentekort aanvullen.
De huidige rekenregels zorgen ervoor dat deelnemers het vertrouwen verliezen
Als gevolg van de economische crisis is de rentemarkt ernstig verstoord. De Europese Centrale Bank (ECB) heeft de afgelopen jaren alle kansen gemist om de worstelende economieën nieuw leven in te blazen, en herhaalde verlagingen van de belangrijkste rentetarieven waren onderdeel van de impuls.
Maar als de pensioenfondsen moeten rekenen op een te lage rente, leidt dat tot streng ingrijpen, terwijl de fondsen juist in tijden van crisis een iets stabielere indruk moeten krijgen. Als de verkeerde rekenrente moet worden gebruikt, moet er te veel worden bijgestuurd en kan dit ertoe leiden dat deelnemers het vertrouwen in het pensioenstelsel verliezen.
Wilt u zelf onze pensioenvoorziening regelen?
Door de aanhoudende problemen met de dekkingsgraad van pensioenfondsen vragen veel mensen zich af of pensioenfondsen gescheiden zijn, een idee dat vooral jongeren aanspreekt.
Pensioenfondsmanagers zien niets in deze gedachte en wijzen op de grote voordelen van ons collectieve pensioenstelsel. In zo’n systeem bestaat ons pensioen uit 20% van de gedane premies en 80% van de beleggingsopbrengsten. En het is niet voor mensen individueel.€