De waarde van goud wordt enorm overschat
Goud heeft nauwelijks waarde. Er waren destijds goede redenen om af te stappen van de schadelijke goudstandaard. En voor de bescherming van de euro is goud overbodig.
Goud is erg populair bij de bevolking en de centrale bank
Bijna niets spreekt meer tot de Nederlandse verbeelding dan goud, niet alleen in de kluizen van bankklanten, maar ook in de kluizen van De Nederlandsche Bank (DNB). Het bevat massa’s gouden munten en goudstaven.
En zelfs dan maken complottheoretici zich zorgen over het edelmetaal, vooral het deel dat de centrale bank in het buitenland bewaart. Het is alsof de Amerikaanse Federal Reserve de eerste dief is die elke week een paar bars terugduwt en geld van hen incasseert.
De waarde van goud wordt overschat
Goud is inderdaad aanzienlijk overgewaardeerd, zowel als goudbelegging voor particulieren als als hedge tegen de euro. Goud zelf heeft geen waarde. Geen enkele waar heeft op zichzelf waarde, de waarde ervan ontstaat altijd alleen als gevolg van vraag en aanbod.
Goud, een speculatieve belegging
Velen zien goud als een veilige haven in onzekere tijden. En het wordt beschouwd als een zeer speculatieve investering. Het is tenslotte niet interessant. Wie zijn geld in goud investeert, mag hopen op hogere prijzen in de toekomst. Een riskante gok.
De gouden standaard is al lang achterhaald
Alles bij elkaar genomen hebben banken geen goud nodig om hun valuta te dekken. Landen hebben de zogenaamde goudstandaard al lang verlaten.
In de oudheid was het aantal gedrukte bankbiljetten gerelateerd aan de hoeveelheid goud in de kluizen van centrale bankiers. Het recht om op elk moment papiergeld in goud om te zetten, moest zekerheid geven over de valuta.
De crisis van de jaren dertig onthult de rol van goud
Maar al in 1923 noemde de Britse econoom John Maynard Keynes de goudstandaard een “barbaarse relikwie”, en al tijdens de wereldwijde economische crisis van de jaren dertig kwam Keynes’ angst uit.
Na de beurscrash van 1929 moesten de centrale banken de markten overspoelen met geld om consumenten en beleggers gerust te stellen. Maar de monetaire autoriteiten hadden niet genoeg goud in hun kluizen en te weinig ervaring met de crisis. De wereldeconomie belandde jarenlang in een depressie.
Tijdens het monetair overleg in 1944 in de Amerikaanse stad Bretton Woods werd de goudstandaard officieel begraven.
De geldhoeveelheid is niet langer gebonden aan goudaandelen
Tegenwoordig kan de Europese Centrale Bank (ECB) in theorie zoveel geld bijdrukken als ze wil. Simpel gezegd, met een muisklik vergroot het de opslagruimte die het vrijmaakt voor spaar- en commerciële banken. Goudaandelen zijn hier niet relevant.
Tegenwoordig zorgen wetten ervoor dat hun centrale banken geen misbruik maken van hun voorrecht om geld te drukken. De wet verplicht de ECB alleen om voldoende geld te creëren om de inflatie onder de twee procent te houden.
In plaats van valutahedging met een mythisch metaal, heeft hedging plaatsgevonden door middel van democratisch vastgestelde wetten. Het is dus precies hetzelfde als hoeveel ton goud er in de Nederlandsche Bank zit. En het is niet nodig om die repen die in het buitenland zijn opgeslagen van tijd tot tijd opnieuw te tellen of te smelten om de authenticiteit te verifiëren.€