De impact van de vergrijzing op de woningmarkt

De kredietcrisis, die van 2007 tot 2011 duurde, was een grote klap voor de huizenmarkt. Oplopende werkloosheid en meer gezinnen met betalingsproblemen leidden tot meer huisuitzettingen en minder vraag naar woningen, waardoor de huizenprijzen daalden. Economen en een onderzoeksbureau zeggen dat de volgende huisvestingscrisis komt als gevolg van de vergrijzing van onze natie.

Babyboomers

Babyboomers zijn kinderen geboren in de jaren na de Tweede Wereldoorlog. Het geboortecijfer in deze jaren is veel hoger dan in de jaren ervoor en erna. De opluchting die gepaard ging met het einde van de Tweede Wereldoorlog leidde tot een ware babyboom. Door het hoge geboortecijfer aan het begin van de 21e eeuw nam de vergrijzing van de bevolking snel toe. In deze periode hebben de kinderen van de babyboomers de leeftijd van 65 jaar bereikt. In 2040 zal naar verwachting 40% van de bevolking 65 jaar of ouder zijn. Gezien de leeftijd die babyboomers zullen bereiken, wordt rond 2030 een hoog jaarlijks sterftecijfer verwacht.

Eigenwoningbezit bij ouderen

Naast de toename van het aantal 65-plussers is sinds de jaren negentig ook het aandeel 65-plussers met een eigen woning sterk toegenomen. Had in 1981 ongeveer 30% van de 65-plussers een eigen woning, dan is dat in 2012 bijna 50%. Maar ook het aandeel ouderen met een hypotheekschuld neemt toe. Dit heeft geresulteerd in minder meerwaarde.

Ouderen bewegen veel minder

65-plussers verhuizen veel minder vaak dan jongeren. Bewoog in 1995 bijna 7% van de 65-plussers, in 2011 was dit percentage nog minder dan 5%. Ter vergelijking: elk jaar verhuist ongeveer 27% van de twintigers. Door een hoger eigenwoningbezit en overheidsmaatregelen waardoor ouderen langer thuis kunnen blijven wonen, wordt een verdere daling van het aantal verhuizingen onder ouderen verwacht. Zeker in buurten met een grote populatie 65-plussers is dit een groot probleem, en jongeren die verhuizen kunnen in die buurten nauwelijks een woning vinden. Daarnaast stellen ouderen de zorg zo lang mogelijk uit. Bijvoorbeeld verhuizen naar een andere koopwoning (zoals een slaapkamer op de eerste verdieping of een woning nabij een ziekenhuis of verzorgingshuis) zodat ze zo lang mogelijk zelfstandig kunnen blijven wonen.

Impact op de woningmarkt

De verwachting is dat het grote aantal 65-plussers met een eigen woning voor problemen zal zorgen op de woningmarkt. Tussen 2025 en 2040 zal doorgaans een groot deel van de babyboomers overlijden. Hierdoor komen er naar verwachting jaarlijks ruim 50.000 koopwoningen op de markt. Dit is gelijk aan de totale output van nieuwbouw. Het woningaanbod zal enorm toenemen, wat voor problemen kan zorgen. In bepaalde gebieden (vooral steden) is dit effect nog enigszins wenselijk om vraag en aanbod in evenwicht te brengen, maar in dorpen met een kleine instroom van jongeren kan het leiden tot overproductie, wat een negatief effect heeft op de huizenprijzen. .. Daarnaast kenmerkt de babyboomgeneratie zich door een hoge vitaliteit en een hoog opleidingsniveau. Deze babyboomers hebben doorgaans goed nagedacht over hun financiële situatie na het werkzame leven en kunnen daardoor langer zelfstandig blijven wonen.

Conclusie

Een vergrijzende bevolking kan grote gevolgen hebben voor de woningmarkt. Ouderen zijn dakloos en verhuizen niet op hun oude dag vanwege beperkte mogelijkheden (nieuwe hypotheken en weinig aanbod van passende woningen) en het feit dat de meeste ouderen tevreden zijn met hun huidige woonsituatie. Daarnaast is het aandeel huiseigenaren onder de ouderen snel gestegen. Deze ontwikkeling sluit de woningmarkt. Er komen minder bestaande woningen op de markt, waardoor het voor jongeren moeilijker wordt om door te stromen naar een volgende woning. Wanneer babyboomers echter uitsterven, gebeurt het tegenovergestelde. Het woningaanbod neemt daardoor snel toe. Vooral in dorpen met veel ouderen kan dit leiden tot een overaanbod ten opzichte van de vraag, waardoor de huizenprijzen kunnen dalen. Dit kan nadelige gevolgen hebben voor huiseigenaren, maar ook voor ouderen die naar een zorginstelling willen verhuizen. Ouderen hadden immers gerekend op meer overwaarde die hun pensioen kon aanvullen. Bij dalende prijzen verdampt deze premie, waardoor verplaatsing wellicht niet meer mogelijk is. Ook naaste familieleden kunnen in huizen terechtkomen die niet te koop staan. Het kabinetsbesluit om mensen aan te moedigen zo lang mogelijk thuis te blijven wonen, om de zorgkosten te verlagen, stopt indirect de woningmarkt, terwijl het kabinet ook als doel had om de woningmarkt te herstellen.€