Bijstandsuitkering: uitkeringsbedrag, voorwaarden en rechten

Iedereen die legaal in Nederland verblijft, heeft het recht een bijstandsuitkering aan te vragen. Dit betekent niet dat iedere aanvrager de uitkering krijgt. Mensen die aanspraak willen maken op financiële ondersteuning vanuit de Wet werk en bijstand (WWB) moeten aan verschillende voorwaarden voldoen.

Voorwaarden voor het ontvangen van een bijstandsuitkering

Om voor de bijstandsuitkering in aanmerking te komen, moet de aanvrager in Nederland wonen. De rechthebbende moet minimaal 18 jaar zijn en onvoldoende inkomen of vermogen hebben. De aanvrager mag geen andere voordelen hebben. Mensen die in de gevangenis blijven, hebben geen recht op een WWB-uitkering. Als de aanvrager samenwoont, kijkt de gemeente ook naar het inkomen en vermogen van de partner. De gemeente kan mensen met een bijstandsuitkering verplichten het re-integratietraject te volgen. Denk hierbij aan sollicitatietrainingen, opleidingen, taalcursussen of werkervaring met behoud van arbeidsvoorwaarden.

Eigen vermogen

Mensen met een WB-uitkering mogen niet veel eigen vermogen hebben. Ongehuwden kunnen maximaal 5.685 euro hebben (in 2012). Voor mensen die samenwonen of met één ouder, is het maximale aandelenkapitaal 11.370 euro (in 2012). Eisers die meer bezitten, moeten eerst hun geld ‘opeten’ voordat de uitkering wordt uitbetaald. Activa zoals auto’s worden ook opgenomen in het eigen vermogen. Ook de waarde van koopwoningen is meegenomen. Maximaal 48.000 euro (in 2012) van de woning telt niet mee. De gemeente kan ook bijstand verlenen in de vorm van een lening, de zogenaamde krediethypotheek. Deze uitkering moet dan op een later tijdstip worden terugbetaald.

Hoogte bijstandsuitkering

Voor de hoogte van de bijstandsuitkering gelden normbedragen, die per groep verschillend is. Een getrouwd stel heeft recht op honderd procent van het minimumloon. Een alleenstaande ouder van 21 tot de AOW-leeftijd ontvangt 70 procent van het minimumloon en een alleenstaande ouder van 21 tot de AOW-leeftijd 50 procent van het minimumloon. Gezinnen, alleenstaande ouders en alleenstaanden van 18-21 jaar krijgen minder bijstand. Er zijn gemeenten die alleenstaanden en alleenstaande ouders een toeslag verstrekken tot 20 procent van het netto minimumloon.

Bijstandsnormen van kracht vanaf 1 juli 2012:

21 jaar tot AOW-leeftijd per maand, exclusief vakantiegeld

van 18 tot 21 jaar:

Voordeel op lange termijn

De langetermijnuitkering kan worden ontvangen door mensen met een vast inkomen dat niet hoger is dan 110% van de bijstandsnorm. In aanmerking komende personen moeten jonger zijn dan 21 jaar en hebben twaalf maanden een uitkering ontvangen. Ook heeft de uitkeringsgerechtigde geen kans om zijn inkomen te verbeteren.

Hulp en andere inkomsten

Begunstigden die ook profiteren van andere inkomstenbronnen verdienen veel aandacht. De gemeente heeft het recht deze inkomsten in mindering te brengen op de toeslag. Denk hierbij aan salaris, overige toeslagen, alimentatie en heffingskortingen van de Belastingdienst.

Bijstandsuitkering en vrijwilligerswerk

Mensen die vrijwilligerswerk doen, kunnen een onkostenvergoeding krijgen. De gemeente laat dit soms toe om werkervaring op te doen. Iedereen vanaf 27 jaar kan – naast de toeslag – maximaal 150 euro per maand aan vrijwilligerswerk verdienen. U kunt maximaal 1.500 euro per jaar verdienen met vrijwilligerswerk. Voor vrijwilligerswerk dat niet leidt tot directe werkervaring gelden andere bedragen. Als u 27 jaar of ouder bent, mag u naast de bijstandsuitkering maximaal 95 euro per maand voor dit vrijwilligerswerk ontvangen. Het is maximaal 764 euro per jaar.€