Aandelenselectie
Om een aandeel fundamenteel te analyseren of te evalueren en tot de juiste strategie te komen, kunnen verschillende variabelen worden opgesomd.
Analyse per aandeel
Winst per aandeel
(EPS of EPS): Winst na belastingen / aantal uitstaande aandelen -> hoeveel winst is beschikbaar voor aandeelhouders. Hier moet u rekening mee houden:
- Het verwijst naar winst die toekomt aan gewone aandeelhouders
- Indien er aandelen van verschillende coupures in omloop zijn, dient de laagste coupure als WPA-basis te worden genomen.
- Aandelen die worden toegevoegd of geschrapt worden geteld naar rato van het aantal dagen dat ze in het boekjaar uitstonden.
- Wijzigingen in de nominale waarde, gesplitst of omgekeerd, moeten onmiddellijk worden verrekend.
- WPA wordt gecorrigeerd voor veranderingen in het aantal uitstaande aandelen als gevolg van claims en solide dividenden.
Koers-winstverhouding
(P/E of PE): aandelenkoers / winst per aandeel. Zal afhangen:
- Hoe hoger het verwachte rendement, hoe hoger de P/E.
- Hoe groter de onzekerheid, hoe lager de P/E.
- Hoe hoger de groei, hoe hoger de P/E kan zijn.
- Hoe langer de verwachte P/E, hoe hoger de P/E.
Prijs/cashflow-verhouding:
aandelenkoers / cashflow per aandeel. Dit komt ook aan de orde omdat de vergelijking door verschillen in boekhouding niet altijd even zinvol is.
EV/EBITDA:
aangepaste P/E, clearing in internationale boekhouding, wordt berekend door marktkapitalisatie en gemiddelde netto rentedragende schuld bij elkaar op te tellen.
Retour (totaal rendement):
(prijswijzigingen + dividenden) / startprijs van de meetperiode.
Dividendrendement (rendementverhouding):
dividend/aandelenkoers, vaak gewaardeerd in relatie tot een rente op een geld- of kapitaalmarkt.
Kostenverhouding:
dividend / winst per aandeel, het deel van de winst dat wordt uitgekeerd in de vorm van dividenden. Signaaleffect: De markt is van mening dat een dividendverhoging een teken is van vertrouwen van het management in de toekomst en daarmee de aantrekkelijkheid van het aandeel vergroot.
Prijs-boekverhouding (Tobin’s Q):
aandeelprijs / boekwaarde per aandeel. Over het algemeen wijkt de marktwaarde (of marktwaarde) van een aandeel af van de boekwaarde van de EV zoals weergegeven op de balans. We noemen het verschil goodwill.
Aandelenwaardering
Dividendkortingsmodellen (DDM: een aandeel is de contante waarde van periodieke dividenden tijdens de levensduur van de onderneming (going concern); het model is niet relevant of er kapitaalwinsten of dividenden worden nagestreefd):
- Eeuwigdurend dividendmodel: de huidige aandelenkoers wordt bepaald door de verwachte dividendstroom gedurende de levensduur van het bedrijf.
- Constante groeimodel: dividenden worden verondersteld continu in hetzelfde tempo te groeien.
- Meerfasenmodel: groei-, overgangs- en volwassenheidsfase waarin dividenden groeien van nul tot het economisch gemiddelde.
K/W-ratio: De veronderstelling hier is dat we verwachten dat de K/W van aandelen met een hoge initiële groei zal afnemen en de K/W van aandelen met een lage initiële groei zal toenemen. Mean Reversion: Aandelen hebben de neiging om in de loop van de tijd in de richting van een gemiddeld bewegend patroon te bewegen.
Capital Asset Pricing Model (CAPM): Het vereiste rendement in verband met het systematische risico van een aandeel kan worden berekend en uitgedrukt als de bèta van het aandeel. E(r(i)) = r(f) + β(i)[E(r(m)) r(f)]waarin:
- E(r(i)) = verwacht rendement op aandeel i
- r(f) = verwacht indexrendement
- β(i) = bèta van deel i
- E(r(m) = risicovrije rentevoet
Met andere woorden: verwacht rendement = risicovrije rente + risicopremie.
Aandelenstrategieën:
Passief (belegger houdt zich strikt aan strategische asset allocatie):
- Indexering: de beleggingsprestaties moeten de prestaties van de gekozen benchmark weerspiegelen. Dit kan worden gedaan door de index te dupliceren of door alternatieve paden te gebruiken, zoals het volgen van de bèta’s van de onderliggende fondsen, steekproefmethoden (sterke steekproeven en willekeurig meerdere kleine toevoegen om dezelfde sectorverdeling als de index te garanderen), of een optimalisatiemodel (constant berekenen welke combinatie het minste restrisico heeft ten opzichte van de index).
- Beleggingsstijl: belegger richt zich op een specifiek aspect, zoals kleine kapitalisaties, hoog dividendrendement of op een specifieke sector of geografie. Groei- en waardestrategieën: richt zich op groeiaandelen; de portefeuille is te herkennen aan de ondergemiddelde P/E en het hogere dividendrendement.
Actief (belegger zoekt extra rendement op basis van technische en fundamentele analyse), hoewel passief vaak betere resultaten oplevert:
- Tijdstip van toewijzing van fondsen
- Onderwerprotatie
- Selectie van individuele aandelen
€
€